Wauw, wauw, wauw, wauw, wauw, wauw... - Reisverslag uit Serekunda, Gambia van Aniek Grashof en Marije Hummelink - WaarBenJij.nu Wauw, wauw, wauw, wauw, wauw, wauw... - Reisverslag uit Serekunda, Gambia van Aniek Grashof en Marije Hummelink - WaarBenJij.nu

Wauw, wauw, wauw, wauw, wauw, wauw...

Door: Aniek Grashof en Marije Hummelink

Blijf op de hoogte en volg Aniek Grashof en Marije Hummelink

10 Oktober 2016 | Gambia, Serekunda

Alhoewel er in onze vorige verslagen vooral de schokkende en de wat minder leuke dingen worden verteld (sorry, sorry, sorry), zijn er ook een heleboel leuke dingen die we hier meemaken! We merken dat we steeds meer beginnen te genieten van het feit dat we gewoon in Afrika zijn! We beginnen onszelf steeds meer een Gambiaan te voelen en weten ons steeds beter te redden wanneer er vervelende Gambianen op ons af komen. Zo zijn we er bijvoorbeeld achter gekomen dat wanneer ze vragen uit welk land je komt, je gewoon moet zeggen dat je uit China komt. Dan lopen ze op een of andere manier meteen weer door… Toch blijven de huwelijksaanzoeken ook nog erg normaal hier en als we wilden zouden we al wel dertig keer getrouwd zijn geweest. Zolang je uit Nederland komt trouwt hier iedere man wel met je denken we. De weekenden zijn echt onze geniet momenten en we doen dan ook vaak leuke dingen! Wij vinden wel dat we dat verdient hebben namelijk, aangezien het hier Arbo technisch niet zo top in elkaar zit en wij gewoon mogen werken met een gevoelstemperatuur van 40 graden en zonder airconditioning. Dit weekend hadden wij dan ook weer volgepland met leuke dingen!

Vrijdag werden wij om tien uur in de ochtend opgehaald om vervolgens een Gambiaanse jurk te laten aanmeten. Speciaal voor de bruiloft van aanstaande dinsdag waar wij voor uitgenodigd zijn als enige Toebabs. Dit deden we in Banjul en gingen eerst een stof uitzoeken. Het uitzoeken van de stof ging niet geheel zonder druk. Zo gauw je iets te lang naar een stof keek werd deze al voor je tevoorschijn gehaald en tien seconden later wilden ze dan ook graag dat je deze kocht. Na een paar keer duidelijk te hebben gemaakt dat we gewoon even willen kijken, begrepen ze eindelijk dat ze ons op deze manier niet heel veel stof zouden verkopen. Nadat we allemaal een stof hadden uitgezocht die ons wel mooi leken gingen we eerst naar de kleermaakster toe. De weg ernaar toe was een soort overdekte winkel(centrum)markt. Allemaal kraampjes met schoenen, eten, drinken, kleren, kruiden, beeldjes en noem maar op sloten allemaal op elkaar aan en waren overdekt met doeken. Erg bijzonder om te zien! De doeken hingen er waarschijnlijk voor de zon, omdat ze er niet uitzagen alsof ze heel veel regen zouden gaan tegenhouden. De kleermaakster had verschillende tijdschriften met jurken waar je uit kon kiezen. Nadat we deze uitgezocht hadden liepen we weer terug naar de stoffenwinkel om dan ook daadwerkelijk de stoffen te gaan kopen. Natuurlijk had Marije het voor elkaar gekregen om een van de duurdere stoffen uit te zoeken… Met man en macht werd door Aniek en Naomi de prijs een heel stuk omlaag gehaald dan de stof in eerste instantie zou kosten! Marije had natuurlijk weer teveel medelijden enzovoorts dus liet de taak aan de professionals over. Nadat we de stoffen gekocht hadden konden we weer terug naar het kraampje van de kleermaakster om onze maten op te laten meten. Erg handig dat je zo’n vijf keer heen en weer moet lopen om een jurk te laten maken.

Zaterdag gingen we naar het strand met onze Gambiaanse medestudent die ook stageloopt in het Serekunda ziekenhuis. Deze student is gelukkig net zo geschokt elke keer als ons van het ziekenhuis en mogen hem dus wel (eindelijk iemand die het met ons eens is)! Dit was dan ook weer erg komisch, omdat we hem gingen leren zwemmen. Helaas was de zee zo ruig dat hij een koprol maakte onder water, hij ongeveer dacht dat hij verdronk en wel dus even genoeg had gezien van de zee.

Zondag gingen we naar Jameson Island (Kuntah Kinteh) toe, het slaveneiland van Gambia. Hiervoor moesten we al erg vroeg in de ochtend weg. Om vijf uur ging de wekker waardoor we ongeveer vijf en een half uur slaap hadden gehad. Deze ochtend was dan ook erg gezellig en begon met (Aniek): GOD GOD GODDDDD wat is het vroeg. En… GOD GOD GODDDDD ik ben kapot hoor! Daarbij had Aniek ook nog kramp in haar been en daar ging het echt VERSCHRIKKELIJK mee. Gelukkig was Marije zo wijs om hier maar niet op in te gaan en gewoon maar niet te antwoorden op deze onzinnige dingen op de vroege morgen. Om 6 uur stonden we dan ook paraat om te vertrekken. Ons was verteld dat we ECHT om 6 uur weg moesten, omdat we anders de boot zouden missen van 7 uur. Maar goed… 6 uur in Gambia is 6:30 uur daadwerkelijke tijd aangezien Lamin (onze hotel mattie) met ons mee ging, dus moesten we heel heel heel snel naar Sangkung lopen (die ging ook gezellig mee). Sankung is helaas ook een Gambiaan die zes uur voor kwart voor 7 aanzag en uiteindelijk zaten we pas om tien voor 7 in de taxi op weg naar de boot. Gelukkig is het maar 3 kilometer rijden van Sankungs huis naar de opstapplek van de boot. Gelukkig was het dan ook helemaal niet druk op de weg en werden er ook geen controles gehouden op Gambiaans tempo… oké, toch wel. Rond iets voor half 8 kwamen we dan ook aan bij de haven en realiseerden we ons dat we de boot toch echt gemist hadden. Achteraf bleek het ook nog eens zo te zijn dat de boot had besloten om die morgen al om 6 uur te vertrekken. Snappen jullie het nog? Wij niet meer in ieder geval. De volgende boot zou pas drie uur later weer gaan en daar wilden we eigenlijk echt niet op wachten, dus Sangkung en Lamin hadden wel een ander idee. We liepen wat verder en daar kwamen we een aantal bootjes tegen die voor je gevoel van ellende uit elkaar vielen en alle kanten op schommelden. Deze werden volgepropt met mensen en je zit hierbij zo ongeveer bij elkaar op schoot. De boten werden niet helemaal aan land aangemeerd waardoor je dus door het water zou moeten om in de boot te kunnen stappen. Hier hadden ze gelukkig een oplossing voor, namelijk dat je op de nek van een Gambiaan gaat zitten (of je nou vijf kilo bent of vijfhonderd kilo). Zo kom je droog aan bij de boot en hier betaal je dan maar liefst tien Dalasi voor (twintig eurocent). Gelukkig waren er veiligheidsvesten aan boord, maar net genoeg voor 5 en een halve man. Misschien grof gezegd, maar we voelden ons een beetje een groep vluchtelingen die de eerste beste verkrijgbare boot naar een beter land namen. Gelukkig haalden we de overkant van de Gambiaanse rivier en gingen op precies dezelfde manier uit de boot als dat we in de boot waren gekomen. We waren nu aangekomen in Barra en zochten hier naar een taxi die ons verder kon brengen.

De taxirit was echt geweldig mooi en we zagen Afrika op de manier zoals we het ons van tevoren hadden voorgesteld. De rit bestond eigenlijk alleen maar uit een lange zandweg met erg veel hobbels en gaten. Rijstvelden met palmbomen kwamen regelmatig voorbij en we hebben zelfs nog een aap over de weg zien rennen. Ook kwamen er veel vogels in alle kleuren voorbij en enorme termietenheuvels! De taxirit was alleen maar genieten van het leven. De taxi was een jeep waardoor we in de achterbak konden zitten en staan. Aan het einde van de lange zandweg waren we eindelijk bij de plek waar we met eenzelfde soort bootje als hiervoor met ons 7en en nog een aantal mensen op gingen. Met dit bootje gingen we naar het slaveneiland. Op het eiland werd ons heel veel informatie verteld over de slavernij die zich in Gambia heeft afgespeeld. De slavernij in Gambia heeft meer dan 400 jaar bestaan en werd begin 19e eeuw afgeschaft. Jameson Island was een beroemd eiland vanwege dat het precies in het midden van de grote Gambiaanse rivier ligt. Om deze reden konden de slaven niet ontsnappen. De afstand naar het land was te groot om te zwemmen, de slaven die wel geprobeerd hebben om te vluchten zijn allemaal verdronken.

We hebben echt vreselijke verhalen gehoord over hoe de slaven, door ons Europeanen, werden behandeld. We schamen ons eigenlijk om als blanken naar deze verhalen te luisteren. Al helemaal nadat we op de nek van een Gambiaan ons naar de kust hebben laten beuren. De gids vertelde dat alle mannelijke slaven werden gescheiden van de vrouwelijke slaven en ook de kinderen boven de zes jaar hadden een aparte plek. Baby’s en kinderen tot 6 jaar bleven nog bij hun moeder. Ze kregen net genoeg te eten om te kunnen overleven en dronken regenwater die werd opgevangen in twee grote stenen putten. De slaven kregen bewust zo weinig te eten, omdat ze anders te sterk zouden worden. Op deze manier zouden ze gemakkelijk een van de Europeanen wat aan kunnen doen wanneer ze opstandig zouden worden. Wanneer slaven toch te agressief werden, werden ze in een soort kelder gestopt. Ook deze kelder hebben wij gezien. De kelder was ondergronds en pikkedonker! Dit kamertje was ongeveer acht vierkante meter waar de agressieve slaven op elkaar gepropt zaten voor weken tot wel drie maanden lang. In deze ruimte werd af en toe eten gegooid waarbij de therm ‘survival of the fittest’ gold. In deze ruimte werden ook gewoon de behoeftes gedaan en gingen er af en toe ook slaven dood. In de muur van de kelder was nog te zien dat er een ketting vast had gezeten. Hier had de slaaf Kuntah Kinteh (Jameson Island is hier nu naar vernoemd door de Gambianen) voor maanden lang met zijn armen aan de muur vastgezeten. Kuntah Kinteh was een van de agressiefste slaven van het eiland en probeerde altijd te ontsnappen. Hij heeft het maar liefst 65 jaar als slaaf volgehouden. Om deze reden heeft Gambia het eiland naar hem vernoemt. Ook zagen we de plek waar de slaven gebrandmerkt werden met een letter van de compagnie waaraan de slaaf was verkocht. Zo wisten ze in welke boot ze welke slaaf moesten stoppen. Wanneer de slaven met de boot gingen gebeurde dat als dieren in een kruipruimte met amper de ruimte om ook maar je benen of armen te strekken. Ook hier werden voor wekenlang alle behoeftes gedaan. De slaven mochten zo’n twee keer in de week boven aan dek komen om frisse lucht te halen. Wanneer de boot te zwaar was bij storm op zee, werden er zwakke slaven over boord gegooid om het schip lichter te maken. Dit vonden wij echt heel erg onmenselijk om te horen! De slaven hebben wekenlang al moeten lijden en worden dan vanwege een te zwaar beladen schip toch nog over boord gegooid. Deze slaven hadden geen schijn van kans om dat te overleven.

Zo’n 400 jaar later vonden de Britten dat de slavernij moest worden afgeschaft. Hier was alleen niet iedereen het mee eens. Dat de slavernij werd afgeschaft betekende niet dat de Britten ook zo netjes waren om alle slaven dan mee te nemen naar het vaste land. Nee, de slaven kregen de keuze tussen een vrij leven op het vaste land of om op het eiland te blijven. Wanneer ze kozen voor het vrije leven, dan mochten ze proberen naar de overkant te zwemmen wat natuurlijk veel te ver was. De slaven waren al helemaal uitgehongerd en moesten dan ook nog eens 3,5 kilometer zwemmen. Dit is geen één van de slaven gelukt! Ze zijn allemaal verdronken. Echt gruwelijk om te horen dat er zo met mensen werd omgegaan. Wij krijgen vaak te horen in Gambia dat je kleur niet uitmaakt, zwart of wit, we zijn allemaal hetzelfde. Dan wordt er ook een leuk gebaar gemaakt door je armen tegen elkaar aan te houden. Dit staat voor respect voor ieder ras. Wij vinden dat Nederland hier wel een voorbeeld aan kan nemen. Zelfs de christenen die hier zwaar, zwaar, zwaar in de minderheid zijn, worden door alle Moslims geaccepteerd! Andersom geld dit precies hetzelfde. In Nederland merken we zoveel ophef met het hele geloof en verschillende ‘ras’ gebeuren, men accepteert het gewoon echt veel minder. Een groot positief punt vinden wij dit van Gambia! Wij schaamden onze ogen uit de kop toen we ook naar het museum gingen over de slavernij. Hier zagen we allerlei materialen zoals zwepen, kettingen en boeien. Ook zagen we een aantal foto’s en plaatjes waarop blanken geserveerd werden door slaven… Onder andere een plaatje van een blanke ‘master’ met een slaaf die zijn parasol goed houdt boven zijn hoofd en de andere slaaf diende als tafel voor het drinken van de ‘master’.

Na het museum zijn we nog even naar een kinderopvang gelopen die er naast zat. Bij binnenkomst werd er meteen voor ons gezongen, zelfs hier schaamden we ons voor. Al helemaal na wat we nog geen vijf minuten geleden in het museum hadden bekeken. De kinderen beginnen automatisch te zingen wanneer er toebabs komen kijken. Waarschijnlijk omdat ze weten dat er wat te halen valt als ze allemaal even leuk doen. Hier konden we dan ook niet echt heel erg van genieten, maar het hoort erbij. Rond een uurtje of 14:30 gingen we weer in de jeep terug naar de boot. Kinderen rennen achter jeep aan en vragen om water en spullen… Helaas gingen we niet meer terug met dezelfde soort boot als de heenweg. Dit vonden we toch wel erg jammer hoe eng we het ook eigenlijk vonden op de heenweg. We gingen nu met een gewone boot waar een heleboel mensen, auto’s, brommers, fietsen, geiten, kippen en andere dieren op gingen. Toen we bijna weer aan land waren hebben we zelfs nog dolfijnen gezien!

Een heel erg leuk, maar super druk weekend. De maandag op stage waren we dan ook weinig waard, maar gelukkig val je hier niet op als je alles een keer wat langzamer aan doet. Morgen vieren de Moslim oud & nieuw en daarom is bijna iedereen vrij! Inclusief wij Woehoee! Extra veel tijd om onszelf eindelijk weer een keer leuk en mooi te maken, want om 2 uur worden opgehaald voor de bruiloft op het strand inclusief barbecue en zo’n 35 graden!! Al iemand jaloers?

  • 10 Oktober 2016 - 23:54

    Stefan:

    Geweldig meiden.
    Het is goed om een indruk te krijgen van het vroegere slavenleven. En ook goed dat je beseft dat het eigenlijk nog steeds bestaat. Ook al zijn de omstandigheden gelukkig milder en beter. Zoals jullie bijvoorbeeld gedragen werden op de schouders. Alleen met dat verschil het wordt jullie aangeboden, vroeger hadden ze geen keus toen moesten ze.
    Wat hebben jullie mooie kleding laten maken. Heel veel plezier morgen op de bruiloft. Ik ben heel benieuwd hoe het er daar aan toe gaat. Maar dat krijgen we vast nog te horen. Groetjes en tot het volgende verhaal.

  • 11 Oktober 2016 - 11:46

    Astrid Voortman:

    wauw,wauw,wauw, wat een mooi verhaal weer. Ik kan me precies voorstellen hoe dat daar vroeger ging.
    Toch is dit niet te geloven, dat er zulke gruwelijke daden verricht werden. Maar ik ben blij, dat jullie er af en toe de lol er van inzien. Ik wacht in volle spanning op het volgende verslag. Houd de moed erin meiden!! gr. Astrid

  • 11 Oktober 2016 - 16:36

    Oma Paula:

    Hoi aniek . Je maakt wel heel veel mee daar.
    Ik heb al je reisverslagen nou gelezen. Wacht tot de volgende verschenen is.
    veel plezier nog daar. Groetjes oma

  • 11 Oktober 2016 - 17:08

    Angelika:

    Hoi Marije Jaaaa ik ben jaloers de buurvrouw.Nee hoor ik wens jou heel veel plezier geniet ervan.Ik heb jullie verslag met spanning gelezen.Groetjes uit Haaksbergen.

  • 22 Oktober 2016 - 17:36

    Wim Dijkema:

    Dag Marije en Aniek,
    wat een herkenbaar verhaal. Leuk om te lezen. Was erg leuk om jullie te ontmoeten in het ziekenhuis. En leerzaam. Wellicht tot ziens. Wim

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Aniek Grashof en Marije Hummelink

Hallooooo, wij zijn Aniek Grashof en Marije Hummelink. De komende paar weken zullen wij onze stage in het tropische Gambia lopen. Hierover willen wij graag een blog bijhouden voor de mensen die wij in ons kikkerlandje hebben achtergelaten. Veel plezier met het lezen! Liefs ons

Actief sinds 15 Sept. 2016
Verslag gelezen: 883
Totaal aantal bezoekers 81184

Voorgaande reizen:

15 September 2016 - 31 December 2016

Nursing internship in The Gambia

Landen bezocht: